Cookie beleid SC Muiden

De website van SC Muiden is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Tuchtreglement

Tuchtreglement



TUCHTREGLEMENT SC MUIDEN 

vastgesteld in de algemene ledenvergadering d.d, ● 2024
conform artikel 7 van de statuten van de vereniging. 

Definities 

In dit tuchtreglement wordt verstaan onder:

  1. "bestuur", het bestuur van de vereniging;
  2. "tuchtcommissie", de tuchtcommissie van de vereniging die op grond van dit reglement is ingesteld;
  3. "vereniging", omni-vereniging Sport Combinatie Muiden (SC Muiden), gevestigd te Muiden.

Artikel 1. Toepasselijkheid tuchtreglement 

  1. De bepalingen van dit reglement zijn van toepassing op: 
    1. de leden van de vereniging; 
    2. personen die zich aan de statuten, reglementen en besluiten van de vereniging hebben onderworpen;
    3. personen die binnen de vereniging als (betaald) medewerker, begeleider of functionaris werkzaamheden verricht of als vrijwilliger taken vervullen. 
  2. Waar in dit reglement wordt gesproken van "lid", worden de in lid 1 sub b en c genoemde personen hieronder mede verstaan. 

Artikel 2. Samenstelling tuchtcommissie 

  1. Het bestuur benoemt de leden van de tuchtcommissie, voor een zittingstermijn van drie jaar. Herbenoeming van een lid van de tuchtcommissie is mogelijk tot een maximum van 9 jaren. 
  2. De tuchtcommissie bestaat uit één voorzitter en tenminste twee leden. 
  3. Iedere afdeling binnen de vereniging heeft tenminste één vertegenwoordiger in de tuchtcommissie. 
  4. Bij ontstentenis van de voorzitter wijst de tuchtcommissie uit haar midden één van haar leden aan als plaatsvervangend voorzitter. 

Artikel 3. Aanhangig maken tuchtprocedure

  1. Een tuchtprocedure op grond van vermeend handelen in strijd met de statuten, reglementen of gedragsregels van de vereniging en/of de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond en/of de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond of vergelijkbare van toepassing zijnde gedragsregels kan door het bestuur tegen een lid of een groepering van leden aanhangig worden gemaakt bij de tuchtcommissie indien het bestuur redenen heeft aan te nemen dat het lid of de groepering van leden in strijd heeft gehandeld met bovengenoemde statuten, reglementen of gedragsregels. 
  2. De beslissing al dan geen tuchtprocedure aanhangig te maken is een beslissing van het bestuur, eventueel op aandragen van een afdelingsbestuur (bijvoorbeeld Voetbal/Hockey). 
  3. Het bestuur dient in haar schriftelijk verzoek aan de tuchtcommissie zo nauwkeurig mogelijk te vermelden: 
    1. de naam, voorletter(s) en geboortedatum van het lid/een groepering van leden tegen wie een tuchtzaak aanhangig wordt gemaakt; 
    2. een omschrijving van het gewraakte handelen/nalaten met opgave van datum en plaats; 
    3. de namen van eventuele getuigen; 
    4. andere van belang zijnde gegevens en inlichtingen. 

Artikel 4. Wijze van behandeling door tuchtcommissie 

  1. De tuchtcommissie regelt de wijze van behandeling van de zaak zelf. 
  2. De tuchtcommissie is bevoegd een zaak schriftelijk af te doen. 
  3. De tuchtcommissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting.
  4. Een betrokken lid kan de tuchtcommissie verzoeken de zaak mondeling te behandelen. 
  5. Enkel indien door een mondelinge behandeling een onaanvaardbare vertraging van de zaak zou ontstaan, wijst de tuchtcommissie een verzoek als bedoeld in lid 4 af.
  6. De tuchtcommissie behandelt de zaak zo veel mogelijk met al haar leden. De tuchtcommissie is evenwel bevoegd een zaak met minimaal twee leden te behandelen. De vertegenwoordiger in de tuchtcommissie van de afdeling waarvan het betrokken lid, lid is dient in ieder geval aan de behandeling van de zaak deel te nemen. 
  7. Indien de tuchtcommissie tijdens de behandeling van een zaak bekend wordt met feiten en/of omstandigheden waarvan vermoed wordt dat deze wellicht tot aanpassing en/of uitbreiding van de aanhangig gemaakte tuchtprocedure zou kunnen leiden, dan zal de tuchtcommissie dit schriftelijk aan het bestuur melden alvorens uitspraak te doen. 
  8. De zittingen van de tuchtcommissie zijn in beginsel niet openbaar.

Artikel 5. Het horen van leden door de tuchtcommissie 

  1. De tuchtcommissie is bevoegd leden en niet-leden te horen en/of te raadplegen. 
  2. Leden zijn verplicht de tuchtcommissie alle inlichtingen te verstrekken en hun medewerking te verlenen aan de werkzaamheden van de tuchtcommissie.
  3. Minderjarige leden mogen zich laten vergezellen door hun ouders/verzorgers.

Artikel 6. Sepot 

De tuchtcommissie is bevoegd een aanhangig gemaakte zaak te seponeren, indien naar het oordeel van de tuchtcommissie het tijdsverloop tussen het gewraakte handelen en het aanhangig maken van de zaak, mede gezien de aard van de zaak, te groot is, of om andere naar haar oordeel gewichtige redenen. 

Artikel 7. Uitspraak 

  1. De beraadslaging over de zaak geschiedt terstond na sluiting van de behandeling. 
  2. De beraadslaging vindt niet in het openbaar plaats.
  3. De tuchtcommissie baseert haar uitspraak op de stukken en verklaringen die op de zaak betrekking hebben en waarvan het betreffende lid/de betreffende groepering van leden kennis heeft genomen of kennis heeft kunnen nemen. 
  4. Indien de tuchtcommissie van oordeel is dat de betrokkene geen straf dient te worden opgelegd, spreekt zij de betrokkene vrij. 
  5. Besluitvorming vindt plaats bij gewone meerderheid van stemmen en bij het staken van de stemmen is de stem van de voorzitter bepalend. 
  6. De leden van de tuchtcommissie dienen geheimhouding te bewaren over hetgeen tijdens de beraadslaging is besproken. 
  7. De tuchtcommissie deelt haar uitspraak mondeling, schriftelijk of per e-mail, met motivering, mede aan het betrokken lid (respectievelijk de betrokken leden) en het bestuur van de vereniging met eventueel straf en strafmaat.
  8. In geval van een schriftelijke behandeling doet de tuchtcommissie zo spoedig mogelijk uitspraak. Heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden, dan doet de tuchtcommissie uiterlijk veertien dagen na de datum van de zitting uitspraak, behoudens gegronde redenen ter beoordeling van de tuchtcommissie. 

 Artikel 8. Straffen 

  1. De tuchtcommissie is bevoegd de zaak zonder strafoplegging af te doen. 
  2. De tuchtcommissie kan aan een lid of groepering van leden de volgende straffen opleggen: 
    1. een berisping; 
    2. een geldboete van ten hoogste honderd euro (EUR 100), al dan niet voorwaardelijk. Ingeval van een door de vereniging geleden schade komt deze straf boven op de vergoeding van de schade. Het bestuur kan de inning van een vordering uit handen geven in welk geval de (buiten)gerechtelijke kosten volledig voor rekening van het lid komen. 
    3. een speelverbod of verbod tot begeleiden vanaf de teambank voor een of meer competitiewedstrijden, trainingen vriendschappelijke wedstrijden en/of toernooien, al dan niet voorwaardelijk voor een periode van maximaal 12 maanden; 
    4. ontzegging van de toegang tot het terrein van de vereniging voor een periode van maximaal 12 maanden; 
    5. ontzetting van het lidmaatschap (royement); 
    6. een alternatieve straf naar inzicht van de tuchtcommissie ter (gedeeltelijke) vervanging van de opgelegde geldboete en/of het speel-/begeleidingsverbod. Indien de alternatieve straf door toedoen van het betreffende lid/de betreffende groepering van leden niet ten uitvoer wordt gebracht, worden alsnog de (volledige) straffen als onder a, b, c, d en/of e van kracht; 
    7. een combinatie van straffen als beschreven onder a t/m f. 
  3. De tuchtcommissie kan een lid dat in haar ogen daarvoor aanmerking komt bij het bestuur voordragen voor ontzetting uit het lidmaatschap (royement). Royement kan slechts door het bestuur worden uitgesproken indien een lid in ernstige mate in strijd met de statuten of reglementen van de vereniging en/of besluiten van zijn organen handelt, dan wel de vereniging of een afdeling op onredelijke wijze benadeelt.  
  4. De tuchtcommissie is bevoegd, zodra een zaak te zijner kennis is gebracht en in afwachting van de behandeling daarvan, met onmiddellijke ingang een straf op te leggen, indien daartoe naar het oordeel van de tuchtcommissie gezien de ernst van de zaak aanleiding bestaat. 
  5. De tuchtcommissie kan besluiten dat haar uitspraak geanonimiseerd gepubliceerd wordt in de nieuwsbrief en/of de website van de vereniging. 

Artikel 9. Beroep 

  1. Beroep tegen de uitspraak van de tuchtcommissie staat, binnen 7 dagen nadat de tuchtcommissie zijn uitspraak aan het betreffende lid mondeling ter zitting of per e-mail kenbaar heeft, open bij het bestuur. 
  2. Indien de tuchtcommissie schriftelijk of per e-mail uitspraak doet, dan is de beroepstermijn 7 dagen na de verzenddatum van de uitspraak, middels een met redenen omkleed beroepschrift gericht aan de secretaris van het bestuur. 
  3. Beroep schort de tenuitvoerlegging van de straf op tenzij de tuchtcommissie tot directe tenuitvoerlegging besluit.
  4. In afwijking van bovenstaande is in geval van ontzetting (royement) het betrokken lid bevoegd binnen één maand na ontvangst van een aangetekende kennisgeving in beroep te gaan bij de algemene vergadering die in haar eerstvolgende vergadering met een meerderheld van uitgebrachte geldige stemmen beslist. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst, met dien verstande, dat de betrokkene voor het voeren van verweer toegang heeft tot de eerstvolgende algemene vergadering en bevoegd is daar het woord te voeren. De betrokkene is tevens bevoegd zich in bedoelde vergadering door een raadsman te doen bijstaan. 

Artikel 10. Beoordeling beroep door bestuur 

  1. Het bestuur beoordeelt het beroep binnen 7 dagen nadat het is aangetekend. 
  2. Het bestuur beoordeelt in het beroep uitsluitend of de tuchtcommissie in redelijkheid tot de betwiste uitspraak heeft kunnen komen. 
  3. Het bestuur kan beslissen het beroep schriftelijk af te doen. 
  4. De uitspraak van het bestuur kan uitsluitend zijn: 
    1. vernietiging van de uitspraak van de tuchtcommissie, De tuchtcommissie zal alsdan, met inachtneming van de uitspraak van het bestuur, de zaak opnieuw beoordelen; of 
    2. bekrachtiging van de uitspraak van de tuchtcommissie. 

Artikel 11. Tenuitvoerlegging straffen 

De controle op en de feitelijke tenuitvoerlegging van opgelegde straffen berust volledig bij het bestuur. 

 

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!